Van 29 maart tot en met 2 april ondersteunen jachtvliegtuigen van de Koninklijke Luchtmacht en een civiel vliegtuig de oefening van collega's van de Koninklijke Landmacht boven de Marnewaard. De oefening is nodig om de doelaanwijzers op de grond, de zogeheten Joint Terminal Attack Controllers (JTAC), op het vereiste niveau te houden.
Meer informatie over vliegbewegingen vindt u hier: https://www.defensie.nl/onderwerpen/vliegbewegingen
Guido Schols legt uit:
‘De benodigde aanloop van de F-35 hangt van meerdere factoren af. Zo zijn temperatuur, de windsnelheid en windrichting, het startgewicht (hoeveelheid kerosine, wel of geen bewapening), de conditie van de startbaan (ijs, sneeuw, water op de baan), de beschikbare lengte van de startbaan, maar ook is het wel of niet hebben van een afreminstallatie van invloed op de benodigde aanloop. Als de benodigde aanloop van een baan kritisch is gebruiken we om veiligheidsoverwegingen de naverbrander. Dit zorgt voor meer vermogen en zo kunnen we met de dan geldende condities veilig opstijgen. Als we bewapening meenemen hangt het van de combinatie van alle bovenstaande factoren af of we dan wel of niet met de naverbrander moeten opstijgen.
Starten met de naverbrander verschilt van opstijgen zonder naverbrander. De benodigde aanloop om op te stijgen is door het extra motorvermogen van de naverbrander minder en we klimmen iets sneller en steiler van de basis weg. Meer hoogte veroorzaakt aan de ene kant minder geluid, maar daar tegenover staat dat we met gebruik van de naverbrander met name aan de achterzijde van het vliegtuig meer geluid produceren.’