...altyd nijsgjirrich!

Kunst in de Trynwâlden 24: Geologisch erfgoed op rand zan-kei-leemplateau

Het landschap is een bron van geschiedenis voor wie sporen van veranderingen kan lezen. Dat kunnen verhogingen zijn of bijvoorbeeld de herkomst van zwerfstenen. Op de uitzichtheuvel bij Gytsjerk op de rand van het zand-kei-leem plateau van Noord-Nederland liggen doorsneden van Scandinavische zwerfstenen met naamplaten. Ze zijn afkomstig uit keileem van de ringsloot rond de heuvel en hebben een lange weg afgelegd uit het land van herkomst.

WATER
In het coulisselandschap van de Trynwâlden liggen nog boerensloten met waterplanten als dotters of kattenstaarten en vaarten omzoomd door rietkragen waarin riet- en watervogels een onderkomen vinden. Er zijn vergezichten op natte graslanden waarin de lucht weerspiegelt en op meren als De Swarte Broek en het Aldtsjerkster Mar of De mar. Grote delen van verschillende landschappen in de Trynwâlden liggen in beschermd natuurgebied.

UITZICHTHEUVEL
Het poldergebied waarin de uitzichtheuvel bij Gytsjerk is gelegen, is deel van een natuurgebied dat wordt beheerd door It Fryske Gea. Vanaf die uitzichtheuvel is er een prachtig vergezicht over de polder. Het is alsof dat natuurgebied er tijdloos bij ligt en er altijd al zo uitzag en ‘vanzelf’ zo zal blijven. Dat ligt anders, alle beschermde natuurgebieden, waaronder dit wonderschone gebied, hebben bescherming, beheer en onderhoud nodig.

GESCHENK
Dat je er hier in alle rust naar kunt kijken vanuit een veilige plek en in bepaalde tijden van het jaar mag vertoeven en wandelen, is een geschenk. Door op zulke plekken te zijn, wordt de verbondenheid met land, water, lucht, flora en fauna voelbaar. Dat dit kan is niet vanzelfsprekend en het kan alleen zo blijven omdat de waarde van dit natuurgebied erkend is. Landschappen veranderen meestal uit economisch oogpunt. Land dat bebouwd wordt, krijgt een andere bestemming dan het oorspronkelijke ‘woeste of wilde, nog onontgonnen land’. Daarnaast is er land met een agrarische bestemming of bos dat voor een deel weer is veranderd in ‘natuurgebied’.

LANDSCHAP
Bij het in cultuur brengen van land ontkomen ook de oorspronkelijke waterlopen niet aan ingrijpende veranderingen. Op de ene plaats worden deze ingedamd op de andere worden wijken en nieuwe vaarten of kanalen gegraven of verder uitgediept. Oude meanderende rivierlopen veranderen, grote gebieden worden ontwaterd en omringd door dijken en ergens anders worden meren en strandjes aangelegd voor recreatie. En de nieuwe natuurgebieden die worden aangelegd verbinden vaak verschillende ‘oudere’ natuurgebieden met elkaar.

VERANDERD
Het landschap lijkt met al die veranderingen een nooit voltooid kunstwerk. Landschappen laten zich nooit zomaar indammen of kaderen. Het land leeft en verandert al naar gelang de omstandigheden. Wel kunnen er voorwaarden geschapen worden waarmee een bepaald, gewenst landschap in stand gehouden kan worden. Zonder die voorwaarden te waarborgen zouden veel van de nu op bepaalde plaatsen gewenste soorten landschappen niet kunnen floreren. Het natte poldergebied waarin de uitzichtheuvel ligt is daarvan een voorbeeld.

GETIJDEN
Op die uitzichtheuvel liggen een aantal doorgesneden keien. De glanzende kern is daarmee blootgelegd en niet langer verborgen onder een ruwe buitenzijde. De stenen horen bij deze plek. Op het informatiebord met de tekst: “U bevindt zich hier op de rand van het zand-kei-leem plateau van N.Nederland. Deze Scandinavische zwerfstenen zijn verzameld uit de keileem van de ringsloot om deze heuvel.” Tot diep in Friesland hadden de getijden vrij spel. Die waterstromen en getijden veranderden door het ingrijpen van de mens, die de natuur, het land en het water, naar haar hand wilde zetten.

ROLSTENEN
Door het water te leiden, om te leiden, af te snijden of op een andere manier te beteugelen, werd het wonen veiliger, leverde het land meer op en hadden oogsten minder te lijden van overstroming of van verzilting van de grond. Via de nog onbeteugelde waterstromen rolden ooit keien voort. Deze rolstenen of zwerfstenen maakten deel uit van noordelijker gelegen gebergte waaruit de stenen losbraken, voort denderden en via stromen werden meegevoerd naar lager gelegen land.

GEOLOGISCH EN ARCHEOLOGISCH ERFGOED
De verzameling zwerfstenen die nu op de uitzichtheuvel ligt, is naar dit gebied in de Trynwâlden gerold. Daarom worden e wle rolstenen genoemd. Die oude stenen verbinden geografisch gezien verschillende landen en liggen hier als natuurlijk en archeologisch erfgoed op eenplaats die als geologisch erfgoed opgevat kan worden. Onder elke steen is een naamplaatje gemonteerd met daarop de naam van de kei of steen, bijvoorbeeld Portieren, Filips- en Salagranieten en meer. De stenen hebben binnenin allemaal andere kleuren.

UITZICHTHEUVEL
De trap naar het uitzichtpunt telt circa dertig treden van elk 6 stoeptegels en een stoepranddrempel en ligt op een met gras beplante heuvel. Boven ligt het door een houten hek omrasterde uitzichtpunt. Een natuurlijk landschap dat grotendeels een cultuurlandschap is om de natuur hier te behouden strekt zich uit onder de heuvel. De waterpartijen flonkeren in de zon, het land ziet er altijd weer anders uit. Er kan stilte zijn en het volgende moment kunnen er vogels af en aan vliegen of door het water glijden. Het is een gebied om te fourageren.

KERKSPITS, BOOM OF KANTOORTOREN
Wie over dit natuurgebied uitkijkt, ziet hoe aan de horizon de skyline van Leeuwarden zich aftekent met als hoogste gebouwen geometrische kantoorpanden. Bij nacht en avond licht de Friese hoofdstad nu altijd op, echt donker is de nacht nooit meer. Eeuwenlang torenden kerkspitsen hoog boven de horizon en de kruinen van eeuwenoude bomen. Bomen kregen toen nog ruimte om uit te groeien. De lantarens waren minder talrijk en het licht minder krachtig dan onze elektrische en led verlichting. Wegen waren eeuwen onverlicht, maar zijn nu lichtsnoeren die meer of minder schitteren.

STICHTING OP TOUTENBURG
Op het informatiebord bij de heuvel vanwaar je alle kanten op kunt kijken, staat de tekst: “De uitzichtheuvel van “It Fryske Gea” is mogelijk gemaakt door een schenking van de stichting “Op Toutenburg” te Tytsjerk, november 1994”. De stichting is in 1892 testamentair opgericht uit de erfenis van Age Looxma Ypeij. In 1828 trouwde Nicolaas Ypeij (1794-1869) met Baudina Looxma. Na het overlijden van Age Binses Looxma III, de vader van Baudina, bewoonde het echtpaar vanaf 1843 buitenplaats Vijversburg in Tytsjerk.

LOOXMAWEG, BOS VAN YPEY
De Looxmaweg in Tytsjerk eert de familie. In 1855 kocht Dr. Nicolaas Ypey de buitenplaats Toutenburg om die daarna af te breken. Het historische deel in het huidige park rond Vijversburg staat in de regio ook nog bekend als het Bos van Ypey. Vijversburg bestaat nog altijd en sinds 1892 is het ondergebracht in de Stichting Op Toutenburg. De naam verwijst naar Stadhouder Georg Schenk van Toutenburg die in 1528 een buitenverblijf liet bouwen op de plaats waar nu twintig woningen van de stichting staan.

Tekst en foto’s Gerhild van Rooij uit Aldtsjerk
Foto 1 Dalaportieren uit de Keileem van de ringsloot om de heuvel
Foto 2 Scandinavische zwerfstenen Filipspadgraniet en Salagraniet
Foto 3 Tekstbord Keileem-zandgrens op uitzichtsheuvel in Gytsjerk

0 van 0