...altyd nijsgjirrich!

Erfgoed in de Trynwâlden nummer 51: Dorpsklok van Smith Electricity middenin Mûnein

Oentsjerk, Aldtsjerk en Gytsjerk zijn van oudsher de drie kerkdorpen van de Trynwâlden of Trijnwouden. Sinds 1953 is het dorp Mûnein dat in Nederlands Molenend genoemd wordt, officieel ook deel van de streek de Trijnwouden. In de meeste Friese dorpen en steden zijn nog oude klokken te zien op kerktorens, maar in Mûnein staat er een ‘losse klok’ op het dorpsplein.

Buurdorp met klokken
De gemeente Tytsjerksteradiel kende de vroegere buurt Molenend pas op 8 oktober 1948 de dorpsstatus toe. De dorpsklok doet denken aan een stationsklok al is er geen trein- of busstation in het dorp. Mûnein is het jongste dorp in de Trynwâlden en viel voor oktober 1948 onder Oentsjerk. Het was een buurtschap. De dorpsstatus werd normaal alleen gegeven aan buurtschappen of nederzettingen met een eigen kerk. Molenend had geen kerk, maar wel een café, een basisschool en verenigingen waarmee het bij uitzondering toch de dorpsstatus heeft kunnen verwerven. Van oudsher staat er dus geen kerk met klokkentoren in het dorp en worden de uren en kwarturen niet hoorbaar aangegeven in het dorp en was er ook geen uurwerk om van ver de minuten af te lezen. Met de dorpsklok was er midden in het dorp een vast punt om de tijd af te lezen.

Kerken
In de tijd dat Mûnein onder Oentsjerk viel waren er twee kerken en die kerken vallen nu onder de Protestante Gemeente Trynwâlden. De gereformeerde Ontmoetingskerk uit 1874 is het grootste kerkgebouw van de Trynwâlden en heeft een klein spitstorentje zonder uurwerk maar met galmgaten voor het klokgelui. De ene kerk staat aan de Rengersweg, voorheen de Voorweg genoemd. De kerk is opgericht door de op 21 augustus 1836 gestichte Afgescheiden gemeente. De afgescheidenen kerkten eerder in hun in 1845 opgetrokken kerk aan de Kaetsjemuoiwei, in die tijd de Achterweg onder Molenend genoemd. De tweede, veel oudere terpkerk was de middeleeuwse Mariakerk. De oorspronkelijk katholieke, later protestante kerk heeft een Romaanse toren met luidklokken, galmgaten en een uurwerk aan de buitenzijde.

Tijd klokken
De naam klok voor een uurwerk verwijst naar de historie van het uurwerk in kerken. Abten, monniken en nonnen wilden weten wanneer ze precies moesten bidden en hun erediensten houden en wanneer het tijd was om de wereldser taken en werkzaamheden uit te voeren, alles volgens ijzeren regelmaat. De oude waterklokken waren niet accuraat genoeg omdat ze door omstandigheden beïnvloedbaar waren. En, zeker op de tijdstippen dat er te weinig zonlicht op viel, waren de toenmalige zonnewijzers ook geen ideaal instrument om een heel etmaal nauwkeurig het tijdstip te kunnen vaststellen. Hetzelfde gold voor het alternatief, tijd afmeten aan licht verspreiden door kaarsen, olielampen, toortsen of fakkels. Rond de dertiende eeuw is de mechanische klok uitgevonden, dat bracht meer precisie en regelmaat om de tijd af te lezen. Die klok sloeg toen nog de tijd op de klok in de toren en had zelfs nog geen wijzers. En zo komt het dat een uurwerk vaak een klok genoemd wordt, al klinkt het uurwerk niet. Ook in de taal is dit bewaard, ook nu nog klokken we de tijd, bij bijvoorbeeld een wedstrijd of werkshift.

Uurwerk
De klok van Mûnein staat midden op het dorpsplein bij een strak gehouden beukenhaag tussen de Koningslinde uit 2013 en oudere, voormalige supermarkt. De staande dorpsklok is, net als de klok op de Mariakerk, een uurwerk of apparaat waarvan tijdens de rondgang van de wijzers over de cijferplaat, de uren en minuten zijn af te lezen. De dorpsklok heeft een Romeinse wijzerplaat en de Mariakerk een Latijnse. Op de achthoekige wijzerplaat van de dorpsklok staat de firmanaam van de Engelse producent Smith Electrics die naast allerlei soorten klokken en uurwerken ook andere elektronische apparatuur produceerde en produceert. In de tijd dat Smith elektronische uurwerken begon te produceren was een elektronische klok nog een bijzondere vinding. Zoals bij veel vindingen, vernieuwingen en veranderingen kwamen de kennis en ervaring van verschillende disciplines bijeen. De vakkennis en ervaring van de ambachtelijke klokkenmaker werd gepaard aan de toen nieuwe ontwikkelingen binnen het vakgebied van de elektrotechnicus.

Elektromagnetische klok
De elektronische klokken, ook wel elektrische klokken genoemd, werden met veel wantrouwen bekeken door professionele klokkenmakers. En toch is de elektromagnetische klok in feite gewoon een mechanische klok die elektriciteit gebruikt voor het geven van pulsen en impuls. De belangrijkste stappen in de ontwikkeling van elektrische klok kwamen van mensen die niet waren opgeleid tot uurwerkmaker, een vak waarvoor met uiterste precisie werken een vereiste was. Dat elektrotechnici zich met het maken van een echte goede klok konden bezighouden, daar konden veel klok- of uurwerkmakers niet bij, omdat die techniek ver van ze afstond.

Nauwkeuriger
Het zijn juist de technici die een enorme impuls hebben gegeven aan het eeuwenoude ambacht van klokken maken en de latere klokkenindustrie. Hope-Jones, van beroep elektrotechnisch ingenieur en Shortt, van beroep spoorwegingenieur, voerden de nauwkeurigheid van de slinger op tot ongeveer één milliseconde per dag, vele malen nauwkeuriger dan in de eeuwen daarvoor voor mogelijk werd gehouden. Wel kan de zogenaamde vrije slinger van Shortt ook met alleen mechanische middelen gemaakt worden. Na het ontwikkelen van de elektrische klok volgden weer andere ontwikkelingen, in het bijzonder voor klokken en tijdmetingen voor de ruimtevaart. Het zijn vindingen waarvan de klokkenindustrie nog altijd profiteert. Na de elektrische klokken deden de kwartsklokken hun intrede en daarna kwam als summum de atoomklok met een afwijking van nog maar een enkele seconde op miljoenen jaren. De klok in Mûnein markeert een oude ontwikkeling, maar voldoet nog prima.

Gjin skoft
We nemen elke dag de tijd waar, niet alleen op oude klokken zoals in Mûnein of uurwerken op kerken, ook op allerlei andere klokken in huis en digitale klokken op de meest uiteenlopende apparatuur en natuurlijk de gsm, die vaak de plaats in neemt van vroegere polshorloges. In vergelijking met de afgelopen millennia en eeuwen kunnen we anno 2022 de tijd heel nauwkeurig meten. De tijd vast houden kunnen we niet, hoe nauwkeurig klokken, horloges, stopwatches en andere tijdmeetapparatuur ook slaan, luiden, klinken, tikken, zoemen, draaien, verspringen of lopen. De tijd vliegt of kruipt evengoed voorbij in haar eigen tempo, hoe we dat tempo ook beleven. Het kaderen van een tijdsduur in etmalen, uren, minuten, seconden en zelfs nanoseconden geeft hooguit grip op het besef van voorbije tijd. Tijd kunnen we niet aanraken, alleen maar door maken. Leven, waken, werken, studeren, sporten, communiceren, verplaatsen, genieten, lanterfanten, rituelen uitvoeren, bidden, opgaan in de kunsten en slapen vinden allemaal plaats binnen dezelfde tijd. De tijd verglijdt wat we ook doen of niet doen, de kloktijd tikt door, maar voorbij het getik is er die ongrijpbare tijd een andere dimensie en die tijd ‘hâldt gjin skoft’ (houdt geen pauze) lost op.

Tekst en foto’s Gerhild van Rooij uit Aldtsjerk in de Trynwâlden
Foto’s
1 Elektrische klok van Smith Electricity in Mûnein.
2 Elektrische ‘dorpsklok’ op dorpsplein van Mûnein.
3 Romeinse wijzerplaat van dorpsklok van Mûnein.
4 Spitstorentje Ontmoetingskerk aan Rengersweg, Oentsjerk, opvolger van de voormalige Afgescheiden kerk, Kaetsjemuoiwei, Mûnein.

Bronnen
Klokken op locatie, persoonlijk archief, diverse gidsen van musea, Engelse en Nederlandse wikipdia en artikelen waaronder op http://www.electric-clocks.nl/clocks/nl.

0 van 0