...altyd nijsgjirrich!

Erfgoed in de Trynwâlden nr. 52. Maand van de geschiedenis, de Jachthoorn

Jachthoorn, signaalinstrument in bos en veld, pas later ook concertmuziekinstrument.

In de geografische naam Trynwâlden staat het woord wâlden, wouden. De wâlden van dit gebied zijn nu vooral een groot recreatiegebied dat onder meer de biodiversiteit moet waarborgen. Van oudsher leveren de wouden en hakbosjes hout om ruimtes mee te verwarmen, of om er op te koken en ook om er mee te bouwen en de vroeger omvangrijkere Trynwâlden hoorden tot een groter jachtgebied, waar de signalen van de jachthoorn klonken.

VOORRECHT
De jachthoorn staat afgebeeld op vele schilderijen en prenten en het instrument maakt deel uit van diverse heraldische wapens. Op die wapens is de hoorn meestal een symbool voor het jachtrecht dat bepaalde families genoten. Dit recht om in een bepaald gebied te mogen jagen was in vroeger eeuwen nog voorbehouden aan Koninklijke families en een deel van de adel en hun gasten. In de tijd van Karel de Grote gebruikt de West-Europese adel de jachthoorn bij de door de adel gehouden jachtpartijen. De klanken van de jachthoorn die toen door de wouden schalden verschilden van de signalen op hoornen van later datum.

NATUURTONEN
De eenvoudigste vorm van een jachthoorn is een eeuwenoud instrument dat door er op te blazen een of meer tonen voortbrengt. De jachthoorns functioneerden daarbij als signaalhoorns om in een veld of bos de afstanden te overbruggen voor de jagers en honden, maar vergelijkbare hoornen werden ook wel in de militaire strijd op gebruikt in veld en bos en op de slagvelden. De oorspronkelijke jachthoorns waren de hoorns van een rund of een andere hoorndrager en produceerden maar één enkele toon. De signalen bestonden in die tijd dan ook uit een afwisseling van lange en korte stoten. De oude natuurhoorns zullen in West-Europa voor een deel verdrongen worden door gefabriceerde metalen hoorns.

NATUURTONENREEKSEN
De jachthoorn ontwikkeld in vorm en geluid. Doordat de hoorn langer wordt kunnen er meer tonen uitkomen. De signalen die dan tot klinken gebracht worden bestaan uit meerdere tonen. Latere jachthoorns lijken al wel op reguliere hoornen zoals we die nu kennen, maar dan nog zonder ventielen. Op de jachthoorns kunnen nog steeds alleen maar natuurtonen reeksen geblazen worden van vijf tot hooguit zeven tonen. De verschillende tonen worden gevormd door de stand van lippen, kaken, tong en luchtdruk. Het is de lengte van de buis van de hoorn die de toonhoogte bepaalt en ook de stemming van de hoorns. De meeste hoorns zijn gemaakt van een messing legering van 72 procent koper en 28 procent zink. Wanneer er meer koper in de hoorn zit, dan geeft dit een warmere klank aan het instrument.

ZONNEKONING EN LOUIS PHILIPPE
In de zeventiende eeuw koos de Zonnekoning, Lodewijk XIV, de tromp als het jachtsignaalinstrument. De huidige Franse jachthoorn is de trompe d’Orléans in D (re). Dit instrument heeft een 454 centimeter lange buis in drie en een halve winding van 37 centimeter doorsnede en produceert wel 15 natuurtonen. De Trompe d’Orléans versie ontstond ruim twee eeuwen geleden in 1818 onder koning Louis Philippe en is afgeleid van de grote Trompe De Dampierre uit 1723. Die Trompe De Dampierre had maar één winding en kon moeilijk over de schouder meegenomen worden. Het paard was het dier waarmop de leden van het gezelschap door de wouden en het veld trokken en waarop ook de jachthoornist reed. De trompe d’Orléans werd de voorloper van de huidige concerthoorn.

MARKIES DE DAMPIERRE
Markies Marc-Antoine de Dampierre (1676-1756) werkte als jagermeester of jachtmeester onder de Franse koning Lodewijk XIV. De koning zag de kunsten, waaronder muziek, als een belangrijk middel om zijn aanzien te vergroten. Voor dat doel verzamelde hij vele kunstenaars, dansers, toneelspelers en musici om zich heen. Hij stimuleerde ze om de kunsten en muziek verder te ontwikkelen, waaronder ook muziekinstrumenten. Zo ontwikkelde Markies de Dampierre de speeltechniek van Cadans de vénerie blazen en bracht deze ook in kaart. Zijn ‘Fanfares de Personnes et de Lieux’ eren met de jacht verbonden personen en gebeurtenissen. De Dampierre bepaalde met de buislengte de toonaard van de jachthoorn.

TRYNWALDEN
In de Trynwâlden wandelen recreanten voor het plezier met hun hond. Wie hier, met of zonder hond, een korte wandeling maakt, ziet geen honden die worden ingezet tijdens de zogenaamde lange loopjacht met meutehonden, zoals onder meer in Frankrijk nog plaatsvindt en waardoor gebieden tijdelijk niet toegankelijk zijn omdat er een gezelschap legaal jaagt. Jachthoornisten genoten veel respect en reisden vroeger mee tijdens de jacht. Hier rijdt geen jachthoornist voorbij die op zijn runderjachthoorn of een modernere metalen hoorn verschillende signalen doorgeeft. De klanken van de jachthoorn waren belangrijk voor de deftige jachtgezelschappen.

BREVET DU SONNEUR CLASSÉ
De jachthoornist rondde eerst een speciale opleiding af, voordat hij de deze functie kon vervullen. De ‘Fanfares de Circonstances et d’Animaux’ zijn de jachthoornsignalen over het verloop van de jacht en over het bejaagde dier en al die fanfares moeten uit het hoofd kunnen worden gespeeld op het juiste moment tijdens en na de jacht. De verplichte stof voor het behalen van het Brevet du Sonneur Classé (BSC) bestaat uit ruim 50 van deze fanfares en vormen de zogeheten ‘fanfares obligatoires’ ofwel verplichte fanfares. Jagers herkennen deze traditionele signalen meteen, het is een vorm van communicatie en daarnaast is het na de jacht ook een eerbetoon aan het betreffende dier. Hoornspelen vraagt veel studeren.

JACHTHOORNIST EN CONCERTHOORNIST
Een jachthoornist is op een ander terrein actief dan de concerthoornist, maar muzikaal geheugen en techniek zijn bij beiden onmisbaar. Van beiden zijn de instrumenten nog verder ontwikkeld. De Friese en Nederlandse jachthoornisten en concerthoornisten staan in een eeuwenoude traditie, waarbij de een deel uitmaakt van de geschiedenis van de jacht en de ander van de geschiedenis en ontwikkeling van vooral de klassieke muziek.

Tekst van Gerhild van Rooij uit Aldtsjerk
Foto’s historisch
1. De Franse Trompe de chasse met maar een winding.
2. Markies Marc-Antoine de Dampierre (1676-1756) met Trompe de chasse (detail)
3. Koehoon en runderhoorn, de allereerste signaalhoorns die gebruikt werden en maar een toon konden produceren/

0 van 0