In Galerie Bloemrijk Vertrouwen wordt jaarlijks stil gestaan bij de datum 23 oktober 1956, de dag waarop verschillende generaties Hongaren de 12 dagen durende Hongaarse Opstand tegen het stalinistisch-communistische Sovjetbewind herdenken.
Achttien dagen opstand
De opstand begon op 23 oktober 1956 in de Hongaarse hoofdstad Boedapest als een vreedzaam protest van Hongaarse studenten van de Technische universiteit aldaar. Ze wilden hun steun betuigen aan de fabrieksarbeiders die in de Poolse stad Poznan tegen het communistisch regime protesteerde en verlies leden. De Hongaarse Opstand verbreidde zich die 23ste oktober snel uit over heel Hongarije, arbeiders en andere groepen sloten zich bij het protest aan. Het geheel mondde uit in een breed gedragen nationaal protest tegen de overheersende Sovjets. De opstand wordt binnen achttien dagen nietsontziend neergeslagen en veel Hongaren rest niets anders dan hun land ontvluchten omdat ze niet veilig zijn voor de autoriteiten in hun land en hun leven riskeren wanneer ze wel zouden blijven. Ruim drieduizend Hongaren worden in Nederland opgevangen, waarvan een deel in Friesland.
Pop-upexpositie 1956-2024
Voorgaande jaren hebben de galeriehouders met muziek of lezingen stilgestaan bij 23 oktober, dit jaar is er in het stockgedeelte een kleine pop-upexpositie ingericht, met enige kunstwerken en boeken en andere documentaire bijdragen van eerste, tweede en derde generatie van in 1956 naar ons land gevluchte Hongaren, die voor een deel in Friesland zijn opgevangen en gebleven. De pop-up expositie 1956-2024 is vanochtend om 10.30 uur geopend met een kleine voordracht met citaten uit kranten uit 1956, het gezamenlijk bekijken van enkele historische filmbeelden en een lange nazit. De expositie blijft tot en met Verhalenavond op vrijdagavond 15 november te zien in Galerie Bloemrijk Vertrouwen in Aldtsjerk.
Éva Mendlik
In de tentoonstelling liggen ook bijdragen uit Most Magyarul! Hongarije Magazine, een deels tweetalige, interculturele uitgave over Hongarije en de Hongaarse taal en cultuur vanuit Nederlands–Vlaams perspectief. Het glossy magazine publiceert voor het 28ste jaar op rij in het gisteren verschenen herfstnummer bijdragen in relatie tot 23 oktober 1956, over opgevangen Hongaren en mensen die hen opgevangen hebben, of onderdak boden. Enkele bijdragen zijn gewijd aan oud-exposanten en staan samen met werk van die exposanten in de pop-upexpositie. Er staat een penning Spelende kinderen van de Nederlands-Hongaarse beeldhouwer en medailleur Éva Mendlik (Haarlem, 5 mei 1928 – Amsterdam, 30 december 2014). Zij werkte veel in Friesland waar de familie een zomerhuis bezat. Mendlik was evenals Miklós István Tóth (Szekszárd 6 augustus 1925- Den Haag, 20 juli 2022, de vader van galeriehouder Andries Tóth), intensief betrokken bij de opvang in 1956. Eerder opende de ambassadeur van Hongarije haar oeuvre-expositie in GBV.
Aldtsjerk-Koartehimmen
Dit jaar staat onder de noemer ‘Hongaren in Nederland, leven voor de kunst’ een ruim vier pagina’s tellende bijdrage getiteld ‘Hongaars-Nederlandse kunstenaar en vakdocent Ferenc Gelencsér (1928) maakte blijvend indruk’. In april opende de conservator-directeur van Museum Dokkum in de galerie in Aldtsjerk nog een overzichtstentoonstelling van Ferenc, ofwel Feri Gelencsér (Vasvár 21 juni 1928 – Drachten 26 juni 2019). Hij is een van de kunstenaars die in 1956 als politiek vluchteling, vanuit Pápa, via Wenen in De Jaarbeurshallen in Utrecht aankwam. Vandaar kwam hij in Friesland terecht waar hij met zijn vrouw en anderen in het gebouw van de A.G. Woodbrookers in Kortehemmen is opgevangen. Ferenc is in Friesland is blijven wonen en werken. In het Magazine staan nooit eerder gepubliceerde familiefoto’s van Feri en zijn vrouw Erzsébet Juliánna (Tiszakürt, 19 november 1929 – Drachten, 10 april 2022) en foto’s van later verloren gegane kunstwerken. Daarnaast staan er foto’s van werk dat nog t/m 27 oktober te zien is in de expositie ‘Ferenc Gelencsér terug in Kloosterkerk Kortehemmen’. Jan Rijpstra, burgemeester van Drachten, heeft de expositie geopend in de Kloosterkerk waar de Gelencsérs en andere gevluchte Hongaren kerkten. Binnenkort zullen in Woodbrookers Oekraïense vluchtelingen worden opgevangen.
Trynwâldster Gerhild van Rooij, Aldtsjerk
1. Opstand, straatbeeld met tank in Boedapest VII, hoek Rákóczi út en Akácfa utca sarok, november 1956 (foto Házy, Szolt).
2. Ferenc Gelencsér, religieuze hangerobject, geciseleerd, gegraveerd, gesneden koperplaat met decoraties (foto Piet Reitsma).
3. Gerrit Ris (1931-1998), Woodbrookers aan Boerenstreek in Kortehemmen war Gelencsér is opgevangen in 1956, (prent, collectie Jeltje Faber). Documentair beeldend kunstenaar-docent Gerrit Ris en Ferenc kenden elkaar.