Laura Johanna Drost (22.2.1947 -15.4.2025) is in Uitvaartcentrum Goutum geëerd met een terugblik op haar jeugd in Harlingen, haar gezin thuis aan de Waddenkust en in Wyns. Daarnaast was er een pop-up-expositie met haar Wynser courant-gedichten en documentaire foto’s. Veel dorpsgenoten, vrienden/vriendinnen, oud-collegae en mede-vrijwilligers deelden hun warme herinneringen met echtgenoot Peter Hofstra, de kinderen, (achter-)kleinkinderen en familie.
Pop-up foto-expositie
Laura stond in de terugblik vaak met een of meerdere camera’s op de foto, via haar foto’s kon ze schoonheid en mooie momenten delen. Ze behield haar talent om het leven te vieren bij pijn en achteruithollende mobiliteit en bleef sociaal een motor in haar omgeving, voor vriendinnen, het dorpshuis en de Wynser Courant, waarin ze via haar gedichten en foto’s een beeld van haar leven en het dorp deelde. In de ruim honderd macro- en landschapsfoto’s in de pop-up expositie laten ontluiken bloemen, ontvouwen en vallen bladen, zwellen knoppen en vruchten, komen paddenstoelen opkomen en verandert het licht. Laura kwam, zo lang het fysiek kon, regelmatig in Aldtsjerk en wees daar net als thuis op de fotogenieke oranje slaapmutsjes in de borders bij GBV, de schitterende torenhaan of een duif in de linde. Thuis kon ze bij de deur al zeggen dat ze helemaal geen nieuwe foto’s had gemaakt, een teken dat haar krachten verminderden. Andere keren nam ze ons direct mee naar haar wand vol nieuwe fotoprints. Nieuws uitwisselen of iets drinken kwam later, eerst zien hoe mooi de omgeving was bij maanlicht, kunstlicht, mist, stralende zon en in alle jaargetijden, of hoeveel plezier dorpsevenementen gaven. Altijd verscheen dan haar grote glimlach.
Wynser Courant Gedichten, met foto’s
Laura genoot van rust, ontmoetingen en creativiteit. Thuis stond er kunst voor de ramen en er hingen schilderijen van Peter en anderen, maar het grootste kunstwerk bleef het uitzicht, waarin Laura, midden in een gesprek, wees op vogels, buigende bomen of een schip bij de Ee. De “Wynser Courant gedichten” (2008-2024) bevat haar gedichten met een of meer van haar in zwart-wit afgedrukte foto’s en opent met “Zomer 2008 // vanuit de verte / schuiven lange palen / door het landschap // dichterbij zijn het / masten zonder zeil / boten op de Ee//.” In ‘Snoeiwoede’ staat dat ze nauwelijks kale staketsels verdraagt, in ‘Samen’ treurt ze omdat een van twee bomen (onnodig) werd omgehakt en een lege plek achterlaat aan de overkant van de Ee, ook het “Het schuurtje’’ dat is ingestort tijdens een storm bleef een lege plek in het uitzicht. Daarnaast laat ze in “Kinderen”, “Feest” en “Pandarello” zien hoe intens ze geniet van sociale evenementen in eigen dorp.
Wereld rondom
In ‘Onmacht’ vraagt ze “Hoe veel onmacht / kun je verdragen / met zijn allen / bij het zien van / het grove machtsmisbruik/ door enkelen./ Het unica vogelhuis-kunstwerk van Dick Talsma biedt tegenwicht met vele soorten vogels in de voortuin. In de gedichten ‘Voorjaar’ , ‘Lente’ en ‘Zomer’ kijkt ze naar weide-, tuin- en watervogels en stelt zet: “Stiller maar dan toch nog grutto’s, een enkele kievit en spreeuwen”. In “Ganzen” zet ze bejagen tegenover veilig zijn en eindigt in vet met ‘doodgewoon’. In ‘Jong spul’ wenst ze dat moeder eend nog pulletjes mag behouden, in ‘Verschil’ vergelijkt ze het kalf dat nog voor de moederkoek er is bij de koe is weggerukt, met het veulen dat bij de merrie mag blijven, en “Bijzonder” speelt rond de bushalte waar twee albino zwaluwen opvallen in eigen dorp. Wanneer Laura een kolibrievlinder ziet schrijft ze in ‘Nieuwkomer’: “Een blijk van klimaatverandering / Het wordt warmer / Ook hier in Wyns”.
Thuis, bespiegelingen
Huisdieren brengen warmte en een vast ritme. Winterse herfst’ gaat over haar kat, ‘Blind’, ‘Slapen’, ‘Nieuw geluk’ en ‘Voorjaarzon’ over haar honden en dat er altijd een einde komt: “Aan het leven, / van ieder, van alles”. Kwetsbaarheid is een vaste thema in gedichten en gesprekken, evenals je uitspreken over bijvoorbeeld lichtvervuiling, dementie, corona-angst, eigenbelang, beschaving. Het gedicht over een gered kind weerspiegelt haar betrokkenheid, in “Maarten” uit Laura haar dank voor de steun via zijn Elfsteden zwemtocht. De gedichten over het verlies van haar zussen zijn aangrijpend. De duif uit ‘Wonderlijke boodschapper’ brengt even troost uit de hemel. Dit gedicht en het slotgedicht “Wonderlijk” laten haar binnenwereld zien, vol verbanden, gedachten, dromen, verwerking, ervaringen. Haar verlangen om als een meeuw te vliegen en nog stroominwaarts te kunnen gaan is al omgezet naar de houding in ‘Teveel’: (voor) “klein geluk / telt gelukkig / geen te veel /” en berustende mededeling. ‘Ouder’: “– wat verloren ging / door lichaam / dat ouder geworden / hapert / niet meer toelaat / wat het eerder wel kon / is erkennen / en aanvaarden / van al dar verloren ging / en nog zal gaan.” Langs de Ee blijf ik haar stem horen, kijk…. en weet, er is een lege plek bijgekomen.
Tekst: Trynwâldster Gerhild van Rooij
*Het vogelhuisje-kunstwerk beschreef Gerhild van Rooij in: https://www.rtvnof.nl/te-zien-in-aflevering-275-bijzondere-til-in-wyns-trekt-vele-vogelsoorten/
Foto’s Laura Drost
1. Oranje slaapmutsjes, Eschscholzia californica (valse klaprozen), oorspronkelijk uit Noord-Amerika (Pop-up foto-expositie, Goutum, 19 april 2025).
2. ‘Wynser Courant Gedichten’, Laura J. Drost, omslagfoto ‘Schip op de Ee’.
3. ‘De Ee, zwanen’ (Expositie, zie 1).