‘Stinzenplanten in Fryslân, herziene editie’ is een prachtig standaardwerk voor stinzenplanten, de verwilderende voorjaarsbloeiers in het historisch groen van Friesland. Het boek is de voortzetting van het werk van de Friese florist D.T.E. van der Ploeg (1919-2006), baanbreker op het gebied van stinzenplanten in Friesland. Zijn dochter Nynke schreef het voorwoord.
D.T.E. van der Ploeg
Heemkundige Jacob Botke (1877-1939) gebruikte als eerste de naam stinzenplant, naar de naam stinsblomkes voor bijzondere flora rond de Schierstins in Feanwâlden. Stinzenplanten komen in heel Nederland voor, maar Friesland neemt een belangrijke plaats in. Henk de Vries, directeur van It Fryske Gea overhandigde in april het eerste exemplaar van het boek Stinzenplanten in Fryslân, aan Nynke van der Ploeg en deed dit in het onder It Fryske Gea vallende Park Jongemabosk, ook wel Raerderbosk genoemd. Nynke en familie noemt het park It Pakebosk. Zij ging vaak mee wanneer haar vader Douwe Teake Engelbertus van der Ploeg, hier onderzoek deed naar stinzenplanten.
Heilien Tonckens
Uitgever Noordboek nodigde Vereniging It Fryske Gea, Landschapsbeheer Friesland en Stichting Martenastate uit om gezamenlijk een derde herziene druk voor te bereiden van het in 2008 door Landschapsbeheer Friesland uitgebrachte boek. Jan Peter de Boer, Henk Buith, Aad van der Burg, Stefien Smeding en Heilien Tonckens vormden de redactie. Tonckens is specialist op het gebied stinzenflora, adviseert It Fryske Gea over het beheer van de terreinen en geeft vrijwilligers praktische adviezen voor aanplant en beheer van stinzenplanten. Zij inventariseerde in 2005-2007 alle stinzenplant-vindplaatsen van D.T.E. van der Ploeg. In de bijdrage ‘Stinzenplanten in de eenentwintigste eeuw’ beschrijft zij samen met Jan Pieter de Boer, Grytsje Kunst en Stefien Smeding de ontwikkeling van de stinzenflora, verbonden met het verre verleden en de toekomst. Ze is betrokken bij de parktuin Harstatstate (Hendrick de Keyser) en heeft onlangs een boeiende lezing over stinzenplanten gegeven voor vrijwilligers van Stichting Cultuur en Landschap Trynwâlden.
Werkgroep Stinzenplanten Trynwâlden
Stinzenplanten in Fryslân, is een ideaal naslagwerk voor alle beheerders, beleidsmakers, vrijwilligers en liefhebbers die betrokken zijn bij stinzenplanten. De bol-, knol- en wortelstokgewassen zijn soms al eeuwen geleden aangeplant op cultuurhistorische landgoederen, buitenplaatsen, boerenerven en bij pastorieën en woningen van notabelen. Wim Baas beschrijft hoe door langdurig menselijk ingrijpen een biotoop is ontstaan waarin stinzenplanten zich handhaven in samenwerking met onder meer bodemschimmels en mieren. Stinzenplanten horen, ook in de Trynwâlden, tot het oude groene erfgoed, zoals beschreven in de bijdragen ‘Tuinkunst door de eeuwen heen’ van Rita Mulder-Radetzky, ‘Stinzenflora: groen erfgoed’ van Willem van Riemsdijk en Trudy van Riemsdijk-Zandee en het prachtige stuk van Anastasia Stefanaki over ‘De bostulp in de zestiende eeuw’. De historische illustraties geven een beeld van de historische tuinaanleg en stinsenflora. Bijdragen van onder meer Wim Hoogendam en Hein Koningen zijn gericht op wat er nodig is voor het onderhoud en beheer van de stinzenflora. Stichting Cultuur en Landschap richt zich op de Trynwâlden en heeft dit naslagwerk beschikbaar gesteld aan leden van haar werkgroep Stinzenplanten. De groep inventariseert stinsenplanten in de openbare tuinparken van Heemstrastate, Staniastate, De Klinze en omgeving met als doel bijdragen aan het behoud en waar nodig extra zorg voor stinzenplanten in de Trynwâlden.
16 Stinzenplanten en 16 ‘bijgoed-planten’
Aad van den Burg heeft de kennis van stinzenplanten van D.T.E. van der Ploeg geactualiseerd. In hoofdstuk 5 staan zestien ‘portretten’ van de meest karakteristieke stinzenplanten in Friesland in tekst, detail- en parklandschapsfoto’s. De stinzenplanten winterakoniet, sneeuwklokjes, lenteklokje, bonte krokus, Haarlems klokkenspel, Italiaanse aronskelk, gevlekte aronskelk, holwortel, gele anemoon, blauwe anemoon, daslook, knikkende vogelmelk, vingerhelmbloem, gevlekt longkruid, bostulp en adderwortel, maken deel uit van de geschiedenis van de stinzenflora en de bijbehorende cultuurhistorische tuinkunst in Friesland. De 16 planten uit hoofdstuk 6 zijn kort beschreven als ‘Bijgoed’ en horen net als de genoemde bomen, ook bij die cultuurhistorische tuinkunst. Stinzenplanten in Fryslân is een boek vol kennis, geschiedenis en schoonheid om van te genieten.
Trynwâldster Gerhild van Rooij
Foto’s
1. ‘Stinzenplanten in Fryslân, herziene editie’, hardcover met bostulpen, april 2025, Noordboek natuur, Redactie en auteurs, zie tekst, 192 pagina’s, rijk geïllustreerd.
NB Bostulp, wetenschappelijke naam: Tulipa sylvestris en Friese naam: Wylde tulp.
2. Daslook, achter Heemstra State, Frisiastate 23, Oentsjerk (d.d. 7.4.2025, Gerhild van Rooij)
NB Stinzenplant, wetenschappelijke naam: Allium ursinum en Friese naam: Blêdlok.
3. Blauwe anemonen, Heemstra State, Oentsjerk (d.d. 7.4.2025, Gerhild van Rooij)
NB Stinzenplant, wetenschappelijke naam: Anemone apeninna en Friese naam: Blauwe anemoan.
De foto’s 2 en 3 zijn genomen voor de werkgroep Stinsenplanten van Stichting Cultuur en Landschap Trynwâlden, zie ook de website cultuurenlandschap.nl