...altyd nijsgjirrich!

In de Trynwâlden nummer 66: Koningsdag en de driekleur op rijksgebouwen (1)

Op Koningsdag, de verjaardag van koning Willem-Alexander, wordt op rijksgebouwen uitgebreid, met oranje wimpel, gevlagd. Voor de Nederlandse vlag bestaat een officiële vlaginstructie van de Nederlandse overheid voor aan de overheid gerelateerde instellingen. De vlaginstructie geeft aan wanneer de Nederlandse vlag gehesen wordt, en op welke manier.

ORANJE WIMPEL
Koningsdag valt op 27 april, als die dag op een zondag of een algemeen erkende Christelijke feestdag valt, valt de viering op 26 april. Data die tussen haakjes staan na de officiële data van de vlaginstructie zijn de officiële vervangende data. Bij verjaardagen van leden van het koninklijk huis en op Koningsdag mag de vlag in combinatie met een oranje wimpel worden gehesen. De oranje wimpel moet even lang of iets langer zijn dan de diagonaal van de te hijsen vlag. De vlaginstructie voor de leden van het koninklijk huis geldt alleen voor het staatshoofd, zijn of haar echtgenoot, de troonopvolger (kroonprins of kroonprinses van Oranje) en de voorganger van de Koning of Koningin. Voor de overige leden van de familie wordt de vlag niet gehesen.
KONINKLIJK
Alleen op Koningsdag wordt uitgebreid gevlagd en met oranje wimpel, net als eerder op koninginnendag in de periode onder Koningin Beatrix, Juliana en Wilhelmina. Op de verjaardagen van prinses Beatrix 31 januari (1 februari), koningin Máxima op 17 mei (18 mei) en kroonprinses Amalia op 7 december (8 december), geldt dat er beperkt gevlagd wordt en met oranje wimpel. Bij alle andere gelegenheden wordt de vlag zonder wimpel gehesen. De kleur oranje van de wimpel is pas in november 1958 vastgesteld in de standaard NEN 3203, al was de wimpel al langer in gebruik. Bij andere bijzondere gebeurtenissen in de Koninklijke familie, bijvoorbeeld een geboorte, huwelijk of overlijden, wordt er een speciale regeling bekendgemaakt voor die gelegenheid en ook dan wordt niet op een zondag gevlagd.
UITGEBREID EN BEPERKT VLAGGEN
De data waarop Rijksgebouwen de vlag dienen te hijsen liggen vast in een instructie van de minister-president van 22 december 1980. De instructie is later een aantal keren herzien, het recentst op 17 mei 2013. Aan particulieren, bedrijven en instellingen wordt gevraagd deze instructie, zo veel als mogelijk is, te volgen, maar dit is geen verplichting, iedereen is daarin vrij. Er is groot verschil tussen het zogenaamd uitgebreid vlaggen en beperkt vlaggen. Bij uitgebreid vlaggen wordt de vlag uitgestoken van alle rijksgebouwen, zoals op Koningsdag, een nationale feestdag. Wanneer er beperkt vlaggen is voorgeschreven, steekt men de vlag alleen uit van de hoofdgebouwen van departementen en de hoofdgebouwen van instellingen die niet (rechtstreeks) onder de departementen vallen, dit zijn de Kamers der Staten-Generaal, de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, het Kabinet van de Koning en de Hoge Raad der Nederlanden.
NEDERLANDSE EN FRIESE OF DORPSVLAG
Bij het hijsen van twee of meer vlaggen behoren de vlaggen van gelijke afmetingen te zijn en wanneer mogelijk op gelijke hoogte te worden gehesen. Bij het ontplooien van twee vlaggen is de ereplaats rechts, gerekend met de rug naar de vlaggen. Rechts is de plaats voor de Nederlandse vlag en de andere vlag hangt links daarvan, of dit nu een vlag is van de provincie, gemeente, streek, het dorp of de wijk. Worden er drie vlaggen uitgestoken, dan verandert de plaats van de vlaggen. De nationale Nederlandse vlag is dan de centrale vlag en de officiële plaats is dan in het midden. De Friese of provinciale vlag hangt in die opstelling rechts en de dorpsvlag, of de vlag van de streek of gemeente hangt dan links, alles met de rug naar de vlaggen gezien. De vlaginstructie maakt hierbij wel een uitzondering, voor een gemeentelijke aangelegenheid wordt de volgorde van provincievlag en gemeentevlag omgekeerd.
REPRESENTATIEF
Een vlag, of standaard is een representatief symbool dat met respect hoort te worden behandeld. De term standaard staat voor een persoonlijke herkenningsvlag. Koningin Maxima heeft bijvoorbeeld een standaard en wanneer zij in het land is wordt haar persoonlijke vlag uitgestoken op Paleis Ten Bosch en Paleis Noordeinde. Bij sommige militaire organisaties wordt de term standaard ook wel gebruikt als synoniem voor vaandel. De etiquette van het vlaggebruik is in ieder land weer anders. Er bestaan veel verschillende tradities hoe en wanneer de vlaggen precies gehesen, gestreken, of opgeborgen horen te worden. Een vlag mag nooit de grond raken en overal geldt dat een vlag die gescheurd, beschadigd, versleten of verkleurd is, vervangen moet worden. In sommige landen is het strafbaar op onjuiste wijze te vlaggen.
TIJDEN
De nationale vlag is een eerbetoon en het past niet om de vlag ’s nachts buiten te laten hangen omdat de kleuren dan niet meer goed uitkomen en de vlag niet herkend wordt. Het hijsen van de vlag gebeurt om die reden pas bij zonsopkomst. Het strijken of neerhalen vindt plaats bij zonsondergang. Er geldt een uitzondering op deze tijden, wanneer een landsvlag aan beide zijden door schijnwerpers wordt belicht en de kleuren dus goed zichtbaar blijven, dan mag deze vlag wel na zonsondergang blijven hangen of wapperen. Het uiterlijk neerhalen van de vlag is altijd het moment wanneer er geen zichtbaar verschil meer is tussen de afzonderlijke kleuren van de vlag en de tijd waarop de vlag gestreken wordt hangt van de datum af evenals het tijdstip waarop de vlag gehesen wordt.

Trynwâldster Gerhild van Rooij uit Aldtsjerk voor Trynwâlden Online

FOTO’S
1. De nationale vlag wappert (foto Gerhild van Rooij)
2. De kleuren van de Nederlandse vlag, (foto CCSA).

0 van 0