...altyd nijsgjirrich!

Het dorp

Wapen van RijperkerkDe naam Ryptsjerk is afgeleid van Riperkerka, kerk op een ‘ripe’; een zandrug. Deze zandrug is een restant van de laatste ijstijd, die circa 200.000 jaar geleden in Nederland heerste. Op deze zandrug ligt de huidige Oosterdijk, de oudste weg van het dorp. Het voor- of achtervoegsel “rijp” of “ripe” komt in meerdere plaats- en familienamen voor.

In de 14e eeuw wordt voor het eerst melding gemaakt van Riperkerka, een nederzetting van vissers, turfmakers en rietsnijders. Waarschijnlijk werd er ook reeds zeer extensieve bedreven. In de loop der jaren werden Binnendijk en Westerdijk aangelegd, parallel lopend met de Oosterdijk en onderling verbonden door Ypeysingel (IJpeijsingel) en Brédyk, waardoor het dorp min of meer zijn huidige vorm kreeg. Na de aanleg van een aantal waterkundige werken, waarmee het water kon worden beheerst, trok het dorp meer boeren aan en dit bracht nijverheid met zich mee, zij het op bescheiden schaal. Toch hielden de rietcultuur en het turfmaken nog lange tijd stand. Het beeld “de Leiker” herinnert nog aan het opbaggeren van de “klyn”, de grondstof voor turf.

Leeuwarden ligt op vrij korte afstand van Ryptsjerk. De zandgrond is bosrijk en om deze reden stichtten veel bestuurlijke hoogwaardigheidsbekleders zomerverblijven in zowel de Trynwâlden als Ryptsjerk en Tytsjerk. Ryptsjerk kende drie adellijke behuizingen, het nog bestaande Vijversburg, Ulenburgh-state en Heerma-state. Van dit laatste buitenverblijf, dat omstreeks 1850 moet zijn afgebroken, is weinig meer bekend. Uylenburgh-state, aan de Oosterdijk gelegen en in 1708 afgebroken, was het zomerverblijf van Rombertus van Uylenburg, burgemeester van Leeuwarden. Zijn dochter Saskia was de vrouw van Rembrandt van Rijn. Over Vijversburg, dat sinds 1970 op het grondgebied van Tietjerk ligt (de Rijksweg Leeuwarden-Groningen vormt nu de grens tussen beide dorpen), is meer te vertellen.

In 1808 kocht de welgestelde Age Looxma dit buitenverblijf. Zijn dochter Baudina huwde de arts Nicolaas Ypey, geboren uit een geslacht van intellectuelen. Rijkdom, zakelijk inzicht en intellect werden aldus samengevoegd. Hun enige zoon Age bleef ongehuwd en bepaalde in 1892 in zijn testament dat zijn totale bezit zou worden ondergebracht in een stichting. Dit bezit werd geschat op ongeveer 1,5 miljoen gulden. De belangrijkste bepaling in het testament was wel dat “oudere behoeftigen uit de dorpen Ryptsjerk, Tytsjerk en Hurdegaryp in 20 te bouwen woningen hun oude dag mochten doorbrengen”. Tot op de huidige dag zijn de huizen bewoond. Door de van overheidswege toegenomen zorg voor bejaarden zijn het niet meer alleen ouden van dagen die er mogen wonen, maar worden de woningen normaal verhuurd door de drie regenten die het beheer uitoefenen over de “Stichting op Toutenburg” te Zwartewegsend.

De huidige hervormde kerk van het dorp werd gebouwd rond 1750 ter vervanging van een ouder kerkje, dat moet hebben gestaan bij het voormalige sluisje, waar de Oosterdijk uitkomt op de Slachtedijk. In de toren hangt een luidklok uit 1546. Twee voorstellingen op de zijkant beelden Simson uit in gevecht met de leeuw, en Delila die een speer draagt. Welhaast zeker zijn ze bedoeld als symbolen, wijzend op de gevaren voor de in celibaat levende rooms-katholieke geestelijken. De sterke Simson versloeg de leeuw, maar was tegen een verleidelijke vrouw niet opgewassen. Hoewel de klok in 1943 door de Duitse bezetter werd geroofd, is de 598 kilo zware kolos ongeschonden teruggekeerd van een opslagplaats in Giethoorn

Ondanks dat Ryptsjerk geen middenstand meer kent is het een levendig dorp wat bekend staat om z’n verenigingsleven. Vele activiteiten vinden plaats in en rond doarphûs “De Einekoer”. Eén van de bekendste en tevens zeer ludieke verenigingen is de vereniging ter bescherming van de dorpseend. Alle Rypstjerkers zijn standaard lid en hoogtepunt is de jaarlijkse ledenvergadering waar het “Priissprekken” een prominente plaats in neemt. Hierbij worden in het eerste gedeelte van de vergadering voor de pauze drie “vrijwillige”sprekers aangewezen die na de pauze strijden om de meest humoristische toespraak van 3 minuten over een door het bestuur uitgekozen actueel onderwerp.