...altyd nijsgjirrich!

Erfgoed in de Trynwâlden nr. 54. Acanthusbladen op Korinthische zuilen van Stania state

Sporen van geschiedenis en invloeden van buitenaf zijn overal om ons heen te vinden, onder meer in details van architectuur. Twee Korinthische zuilen dragen het balkon boven de hoofdentree aan de voorzijde van het hoofdgebouw van Stania State. De naam van de zuilen is ontleend aan de Oudgriekse stad Korinthe, de vorm aan de Acanthusplant.

Korinthische zuil
Korinthische zuilen maakten in 450 voor Christus al deel uit van oude bouwwerken. Dit type Griekse zuil is ontwikkeld na de Ionische zuil en de daaropvolgende Dorische zuil. De Korinthische zuil heeft de rijkste ornamenten en is te herkennen aan de vorm van de bovenkant van de zuil. Een krans van sierlijk omgebogen, ingesneden acanthusbladeren omsluit en bekroond in combinatie met enkele voluten of gebogen delen daarboven de zuil. De Korinthische zuilen in Oentsjerk, hebben met als de oorspronkelijke zuilen een dragende functie. De vorm van de bladeren van de acanthus is goed te herkennen. De zuidelijke plant komt oorspronkelijk uit de bergachtige streken rond de Middellandse Zee en is vandaar door heel Europa en Azië verspreid. Niet alleen de plant acanthus is verspreid, ook het motief van de Acanthusplant en bladen is door de eeuwen heen terug te vinden in het werk van architecten, kunstenaars en vormgevers uit verschillende continenten.
Balkon Stania
De wilde acanthus plant woekert in Griekenland of Turkije nog altijd tussen restanten van de oude Griekse en Hellenistische architectuur, maar ook in andere zonnige landen en gebieden met kalkrijke grond vindt deze plant een goede voedingsbodem. De acanthus is in ons land wel bekend onder de inheemse naam Akant. De plant heeft sierlijke krullende schutbladen en staat hier schitterend in sierborders. De acanthus wordt nog wel opgekweekt op historische buitenplaatsen, waar de plant in vroeger eeuw een plaats had in sierparken. Het zijn de bladen van de plant die de inspiratie vormden voor de verfijnd vormgegeven Korinthische zuil.
Beeldhouwer Kallimachos
Beeldhouwer en edelsmid Kallimachos leefde in de vijfde eeuw voor Christus en was werkzaam in de periode 425 vC. – 500 vC. Hij was de allereerste die het bladmotief van de Acanthus toepaste als versiering van tempelzuilen. Dit weten we dankzij de Romeinse militair, architect, ingenieur en auteur Vitruvius die van circa 85 tot 20 voor Christus leefde. Vitruvius is de auteur van het bekende werk De Architectura libri decem, De bouwkunst in tien delen. Het is een soort ‘stalenboek’ van de bouwkunde. In dit standaardwerk schrijft Vitruvius ook over Callimachus, zoals de Romeinen Kallimachos noemden. Inwoners van Athene noemden Kallimachos zelfs Katatêxitechnos, een erenaam die uitdrukt dat zijn werk verfijnd en rank is.
Kallimachos ziet grafmand
Vitruvius vertelt dat Callimachus bezig was met het ontwerp van een tempel in de stadstaat Korinthe toen hij op het idee kwam van de naar deze stadstaat genoemde Korinthische zuil. Terwijl hij rondliep, zag hij het graf van een jong meisje. Ze was een vrijgeboren meisje uit Korinthe, dat net op huwbare leeftijd aan een ernstige ziekte overleed. Na haar begrafenis kwam haar vroedvrouw naar het graf toe en zette er een mandje neer met zaken waaraan het meisje plezier had beleefd. Ze bedekte de mand met inhoud met een dakpan om de inhoud langer goed te houden. In andere versies staat dat ze de mand afdekte met een steen. Toevallig stond dit mandje ter ere van het leven van het jong overleden meisje op de wortels van een acanthusplant. Ondanks dat de wortel door de mand verdrukt werd, liep de plant in het voorjaar uit en groeiden de stengels en bladeren midden door het mandje heen en kwamen er aan de zijkanten uit.
Accanthusblad en krullen
Callimachus raakte geïnspireerd door de mand voor het jonge meisje en de tere jonge bladeren die naar buiten staken en verder groeiden. De stengels die langs de zijden van de mand groeiden werden door de tegel of dakpan op de mand omgebogen tot voluten, of krullen. Dat beeld bracht hem op het idee van de bekroning van de Korinthische zuil. Met de nieuwe stijl en vormgeving maakte hij voor de Korinthiërs een aantal zuilen naar dit patroon. Hij bepaalde de proporties ervan en bepaalde van dat moment af de regels voor de Korinthische orde (bouworde) die volgde op de strakkere Dorische en minder rijk gedecoreerde Ionische bouworde.
Navolging Korinthische bouworde
De Korinthische zuilen droegen de zware vierkante steen onder tempeldaken. Deze bouwstijl vond veel navolging. In de bloeiperiode rond de jaren 1625-1665 was het Hollands classicisme dominant in de Republiek der Zeven verenigde Nederlanden. Het neoclassicisme eind achttiende, begin negentiende eeuw richtte zich ook op de bouwkunst van de Grieken en Romeinen, mede dankzij de wijdverbreide belangstelling in die tijd voor archeologische opgravingen van onder meer Pompeï (1748) en de steen van Rosetta en diverse publicaties over deze en andere opgravingen. De twee Korinthische zuilen met hun fraaie bekroning onder het balkon van Stania State zijn in dit gebouw toegepast dankzij de kruisbestuiving van oude culturen met de Nederlandse bouwkunst uit die tijd, mede geïnspireerd door de belangstelling voor wetenschap en archeologie in Zuid Europa, Azië en Afrika.
Tekst en foto’s Gerhild van Rooij uit Aldtsjerk
1 Korinthische zuil, detail Acanthus (foto auteur).
2 Korinthische zuil, detail balkon Stania state (foto auteur).
3 Stania state voorzijde met balkon gedragen door Korinthische zuilen (foto auteur).

0 van 0