Ferwert, in gemeente Noardeast-Fryslân lag tot 2019 in gemeente Ferwerderadeel. Aan het Vrijhof staat een door de Utrechtse beeldhouwer Jan van Luijn (1916-1995) uit Franse kalksteen gehakte geknielde man die met de zuil het verzets- en oorlogsmonument ‘As ‘t nedich is’ vormt. Op de plaquette onder op de voorzijde van de zuil staan 20 namen rond een kruis, rechtsonder staat J. (Johannes) Wagenaar, die korte tijd ondergedoken zat in de Trynwâlden in documentatie vermeldt als de Trijnwouden.
Gezin Wassenaar
Johannes Wassenaar is op 17 december 1944 te Neuengamme overleden. Bijna alle Lichtaarders wonen de rouwdienst op 28 september 1945 voor Johannes bij, waarbij ds. Huisman benadrukt: De bezetters zetten hem gevangen, totaal onschuldig, zoals zij zovele onschuldigen gevangen hebben genomen … ” Johannes is vijftien als de oorlog uitbreekt en negentien als hij sterft Johannes Wassenaar is op 25 december 1924 te Raard geboren als oudste van tien kinderen in een van de drie arbeiderswoningen aan de rand van Raard bij agrarisch land (nu sportveld). Vader Jan Wassenaar (1894 – 1970), was boerenarbeider by Feddema op Kleffens en werkte later als losse werkkracht bij Attema en hij is molenaar van de Van Kleffensmolen, waarvan het fundament nog bij het fietspad Lichtaart-Eewal ligt. Moeder Lieuwkje Hiemstra (1897 – 1974), komt uit een vissergezin uit Wierum, waar het vissersmonument aan de Zeedijk de door stormen op zee omgekomen vissers eert onder wie familie van Lieuwkje.
1942, Trijnwouden
Johannes en nog een jongen op de lagere school in Raard mogen van meester Bulthús als enige met Oost-Indische inkt werken, Johannes tekende bijvoorbeeld een kievit of strandplevier. Na zijn schooltijd werkt Johannes als arbeider bij boer Jarich Bakker in Raard op de boerderij links aan het begin van Raard. Eind jaren dertig is een periode van schaarste, vader Jan verdiende weinig, al brengen de kinderen nog iets in. Zo nu en dan staat er een zakje aardappels bij de deur en de bakker van Raard, Kees van der Ploeg, had tegen moeder Lieuwkje gezegd: ‘Zo lang ik bakker ben, krijg je te eten!’ Dit redt het gezin van de hongersnood. Later betaalt Lieuwkje de bakker beetje bij beetje af, totdat hij zegt: nu zijn we gelijk. Het twaalf personen grote gezin is al naar een kleine oude woning op de terp in Lichtaart verhuisd wanneer jongens tussen 17 en 25 jaar zich in 1942 op het gemeentehuis moeten melden voor de Arbeitseinsatz, in de Duitse wapenindustrie of andere bedrijven. Alleen bij bijzondere omstandigheden, zoals boerenzonen, die meewerkten aan de voedselproductie, is vrijstelling mogelijk. Johannes meldt zich niet en komt als onderduiker in de Trynwâlden. Helaas vertelde de vrouw des huizes dat aan anderen waardoor Johannes weg moet en onderduikt bij de tuinderij van Hettinga in Jelsum.
Het eind
Een enkele keer fietste hij bij donker naar Lichtaart, een zondagavond in augustus praat hij onder het melken even met Yde Wierda over het vee, bij vertrek komen er vier landwachters aanfietsen. Johannes rent weg, een landwachter schiet, Johannes vliegt schreeuwend zijn ouderlijk huis binnen: ‘ Mama de Duitsers schieten… ‘ De landwachters dwingen hem en op zijn oude fiets mee te gaan naar Dokkum. Lichtaarders zijn woedend! Een paar dagen later moeten Johannes en een jonge Kingma over de Syl in Dokkum tussen een aantal mensen naar een vrachtauto lopen. Er staan veel mensen op de Zijl, enkelen roepen, rennen, verdwijn tussen het volk! Kingma rent de massa in, Johannes durft niet en wordt naar Leeuwarden gebracht! Vader Wassenaar probeert vergeefs vrijstelling voor Johannes te krijgen bij de foute burgemeester in Ferwert. Moeder Lieuwkje gaat enkele keren naar Leeuwarden; de derde keer komt ze met haar dochter, Johannes blijkt onderweg naar Kamp Amersfoort. Vandaar rijdt de trein naar Neuengamme. Hij moest waarschijnlijk loopgraven graven of stellingen van modder opgooien als verdediging tegen tanks van de geallieerden. Hopend op zijn terugkeer, brandt er bij Jan en Lieuwkje Wassenaar bij de voordeur op de Lichtaarder terp een lampje, Lieuwkje schiet in de bedstee overeind bij elke autolicht en de houten blinden staan vaak open als ze vanwege koelte dicht zouden moeten. Lang na de oorlog hoort de familie Wassenaar van ene Pleun Hengst dat hij met Johannes dezelfde dwangarbeid verrichtte. Johannes is in 1944 in zijn armen overleden. September 1945 komt er pas officieel bericht dat Johannes 17 december 1944 overleden is! Op 9 april 1947 krijgt de familie Wassenaar een condoleancebrief van Koningin Wilhelmina. Vandaag is het 6 mei 2024, de dag na onze herdenking en viering op 4 en 5 mei. Elders vallen dagelijks oorlogsslachtoffers en ontstaan nieuwe trauma’s bij overlevenden, zoals tijdens de Tweede Oorlog en andere oorlogen. Trauma’s die generaties doorwerken, alle dagen van het jaar en daarom is het goed om stil te staan bij gemis en verdriet en bij onze vrijheid, die niet vanzelfsprekend is.
Trynwâldster Gerhild van Rooij uit Aldtsjerk (tekst en foto’s).
Foto 1 en 2. Jan van Luijn, As it nedich is, op 4 mei 1956 onthuld, Frijhof, Ferwert, gemeente Noardeast-Fryslân. Beeld op zuil, 3 meter 50 hoog, 75 centimeter breed en diep. De bij de streek passend figuur is voorgesteld als een ingetogen maar krachtige manfiguur die als het nodig is in verzet komt, hij knielt, houdt een schep vast en in omklemt in de andere hand een geweer. Beeld van Franse kalksteen met titel As it nedich is in de voet, rustend op zuil.
Foto 3. Onder op de 17 gele handgevormde baksteenregels zuil op een regel staande bakstenen is een zeven baksteenregels hoge bronzen gedenkplaat bevestigd met daarop 20 namen links en rechts van een kruis: “J. WILDEBOER en R.H. KUIPERS, S.J. BOERSMA en J. DOORNBOS, G.W.H. ESSELINK en K. WESTRA, kruisarmen, J. ANDRAE en O. BRANDSMA, A.R. GERRITSEN en J. GREIJDANUS, J. HOFMAN en T. KALVERDA, T. LOOIJENGA en F. SIERKSMA, P.J. SMIT en W. VALK, G. ZEEMANS en J. WASSENAAR. P. STERK en B. V/D WOUDE.
Foto 4. Anonieme pasfoto Johannes Wagenaar